Plaatselijke | Tijdelijke regels

Tijdelijke plaatselijke regels op Almkreek


TIJDELIJKE PLAATSELIJKE REGELS


Test met Robotmaaier
Op Almkreek vindt een uitgebreide testperiode met robotmaaien plaats. Een robotmaaier is voor de regels te beschouwen als een ‘invloed van buitenaf’. Dat betekent:
  • Je slaat de bal en raakt de robotmaaier: speel de bal zoals deze ligt, Regel 11.1.
  • De geslagen en stilliggende bal wordt door de robotmaaier mee-genomen: plaats de bal – zonder staf – op de oorspronkelijke plek (bij benadering) terug. Regel 9.6.

Plaatsen
(Dit geldt voor de periode tussen 1 november en 30 april)

Een bal die op een kort gemaaid gedeelte door de baan ligt, mag zonder straf worden verplaatst of opgenomen en worden schoongemaakt. De speler moet de bal plaatsen binnen 15 cm van de plaats waar hij oorspronkelijk lag, maar niet dichter bij de hole. De speler mag de bal eenmaal verplaatsen of plaatsen en nadat de bal is verplaatst of geplaatst is hij in het spel. Noot: “kort gemaaid gedeelte” betekent elk deel van de baan, met inbegrip van paden door de rough, gemaaid op fairwayhoogte of lager.
9 | 14 holes baan - Plaatselijke regels
  • Hole 11: De bielzenwand van de bunker voor de green van hole 11 is een vast obstakel en mag ontweken worden volgens Regel 16.1.
  • Hindernissen die de baan begrenzen: De rode hindernissen die de baan begrenzen op holes 1, 2, 3, 5, 7, 8, 10 en 13 zijn maar aan één kant gemarkeerd en strekken zich uit tot het oneindige.
  • Grond in bewerking (GUR): Grond gemarkeerd met blauwe palen met groene koppen of met blauwe lijnen en een paal met een groene kop is een verboden speelzone. Bij een belemmering door deze verboden speelzone is het verplicht deze zonder straf te ontwijken volgens Regel 16.1.
  • Dropzones: Als extra mogelijkheid voor het ontwijken van de hindernissen bij de greens van de holes 3, 7, 9, 13 en 14 mag een speler met bijtelling van een strafslag een bal droppen in de gemarkeerde dropzone naast de green. De dropzone is een dropzone zoals bedoeld in Regel 14.3.
9 | 14 holes baan - Algemene informatie
  • Baanpersoneel heeft altijd voorrang op spelers in de baan. Spelers moeten wachten op een teken, voordat zij het spel in de richting van het personeel voortzetten.
  • Je mag niet met driving range ballen in de baan spelen.
  • Niet vissen naar ballen, leg plaggen terug, repareer pitchmarks op de green, hark de bunker na gebruik aan en leg de hark buiten de bunker.
  • Er mag niet met trolleys, buggy’s en golfscooters tussen greens en bunkers gereden worden.
18 holes baan - Plaatselijke regels
  • Hindernissen die de baan begrenzen: De rode hindernissen die de baan begrenzen op holes 2, 3, 4, 5, 8, 10, 11 en 18 zijn maar aan één kant gemarkeerd en strekken zich uit tot het oneindige.
  • Grond in bewerking (GUR): Grond gemarkeerd met blauwe palen met groene koppen of met blauwe lijnen en een paal met een groene kop is een verboden speelzone. Bij een belemmering door deze verboden speelzone is het verplicht deze zonder straf te ontwijken volgens Regel 16.1.
  • De afstandspalen (100 en 150 m) op de baan worden beschouwd als vaste obstakels waarvan ontwijken zonder strafslag is toegestaan volgens Regel 16.1. Ontwijken is dan ook niet toegestaan volgens Regel 15.2 (losse obstakels).
  • Dropzones: Als extra mogelijkheid voor het ontwijken van de hindernissen bij de greens van de holes 2 en 17 mag een speler met bijtelling van een strafslag een bal droppen in de gemarkeerde dropping zone naast de green. De dropping zone is een dropzone zoals bedoeld in Regel 14.3.
18 holes baan - Algemene informatie
  • Baanpersoneel heeft altijd voorrang op spelers in de baan. Spelers moeten wachten op een teken, voordat zij het spel in de richting van het personeel voortzetten. Denk aan hun veiligheid.
  • Gekleurde tegels in de fairway bepalen de afstand tot het midden van de green:
    rood 50 m, blauw 100 m, geel 150 m en wit 200 m.
  • Afstandspalen aan de zijkant van de fairway geven de afstand aan van 100 m (één witte streep) en 150 m (twee witte strepen) tot het midden van de green.
  • Je mag niet met driving range ballen in de baan spelen.
  • Niet vissen naar ballen, leg plaggen terug, repareer pitchmarks op de green, hark de bunker na gebruik aan en leg de hark buiten de bunker.
  • Er mag niet met trolleys, buggy’s en golfscooters tussen greens en bunkers en tussen hindernissen en greens van hole 4, 5 en 12 gereden worden.
  • Pinposities worden aangegeven door een bol aan de vlaggenstok: hoog = achter, midden = midden, en laag = voor.